dinsdag 18 november 2014

Held

Deze blog gaat over mijn man. Dat komt niet zo vaak voor en eigenlijk weet ik niet zo goed waarom want mijn man is fantastisch. Altijd al maar deze week in het bijzonder. Deze week was hij een held. Vandaar zijn hoofdrol in dit verhaal.

Het is alweer bijna zes jaar geleden dat ik mijn rijbewijs haalde. Bij de vijfde poging. Staatsexamen. Ik heb nog steeds een trauma. Als ik een lesauto zie rijden, kan ik alleen maar denken: ‘aaaah, zielig!’ en ik kan me nog steeds niet voorstellen dat iemand zich verheugt op zijn eerste rijles. Maar goed; ik heb het gehaald, ik durf inmiddels zelfstandig in te halen en zweet geen peentjes meer als ik in een onbekende stad moet rijden.

Eigenlijk kan ik best aardig rijden al zeg ik het zelf. Maar ik heb geen talent. En dus gaat het soms mis.

Daar waar wij parkeren staan lantarenpalen met een hekje erom. Een hekje dat je net niet ziet vanuit je auto. En dat ik ook niet opgeslagen had toen ik in de auto stapte. En dus ging het toen ik wegreed van ‘boem’. En ‘krak’. En ik riep wat lelijke dingen, stapte uit de auto en riep nog wat lelijke dingen. De bumper zat niet meer precies op zijn plek. Hing eigenlijk voor minstens de helft los. Is gelukkig van plastic.

Tot zover mijn aandeel. Ik was de loser in het verhaal. Zo voelde ik me dan ook. Eigenlijk zocht ik ook een zak om over mijn hoofd te trekken. Dan is het nu tijd voor de held.

Ik belde mijn man en zei: ‘ik heb iets doms gedaan’. Hij zei: ‘wat dan?’ Ik zei: ‘Ik heb de auto kapot gereden’.  Hij zei: ‘Ik kom eraan’.

Dat maakt hem een held. Hij werd niet boos, hij wilde niet weten wat ik gemold had en hij kwam eraan.

Hij kwam snel want hij rende (niet uit paniek maar omdat hij lopen saai vindt), keek naar de auto en zei dat het wel meeviel. Toen vroeg hij me de auto vooruit te rijden. Dat vond ik een beetje spannend want ik was bang dat ik de auto nog verder kapot zou maken. Hij zei dat ik het wel kon en ik reed de auto vooruit.

Dat maakt hem een held. Hij stelde me gerust en liet me gelijk doen waarin ik zojuist gefaald had. Hij vertrouwde me.

Hij keek nog een keer. Zei dat het fijn was dat de halve auto van plastic was en duwde de bumper weer aardig op zijn plaats. Toen zei hij: ‘Jullie willen zeker weg?’. We zeiden dat dat niet perse hoefde maar hij vond van wel. Toen haalde hij een rol duct tape uit zijn zak en plakte de auto. Toen konden we gaan.

Dat maakt hem een held. Hij had duct tape bij zich. Gewoon alvast aan gedacht. Dan ben je toch heel bijzonder?

3 opmerkingen: