woensdag 26 juni 2013

Grote oppaszus

Woordeloze woensdag

zondag 23 juni 2013

Ik noem het een week

Waar de ene week zich als vanzelf vult en voornamelijk bestaat uit de gewone dingen des levens (werken, kinderen verzorgen, de was, de sportclub en hé, het is alweer weekend) is de andere een rare mix van bijzondere gebeurtenissen en sterk wisselende emoties. Afgelopen week was er een uit de laatste categorie.  En ik ben eruit: die heb ik liever niet te vaak.

Het was de week waarin mijn oma naar de hemel ging, ik werd goedgekeurd als gastouder, officieel afscheid nam op mijn werk en waarin we te horen kregen dat ook de opa van mijn man binnenkort overlijdt. Als klap op de vuurpijl waren we ook nog zes jaar getrouwd.

Het was de week waarin we ons organisatorisch weer in allerlei bochten wrongen en ons realiseerden waarom we dat liever niet meer doen. De week dat we ons gezin opsplitsen om ieder aan een andere kant van het land afscheid te nemen een geliefde.

Het was een week van afscheid nemen en afsluiten. En tegelijk van vooruit kijken naar wat komen gaat. Van vieren van het verleden en vieren van de toekomst. 

Ik ben blij met mijn familie die met de manier waarop ze met de manier waarop ze met elkaar omgaan mijn oma eren.
Ik ben blij met een geweldig team waarmee ik heb mogen samenwerken en waar ik nog heel even van mag genieten.
Ik ben blij met de nieuwe kansen die voor me liggen.
Ik ben blij met de liefste man van de wereld.
En ik ben blij dat de komende week wat minder hectisch gaat zijn. Deo Volente.

donderdag 13 juni 2013

Re: Brief van Jet

Beste mevrouw Bussemaker

Bedankt voor uw brief. Ik heb hem met interesse gelezen en moet zeggen dat u een stuk vriendelijker overkomt dan bij het doen van uw eerdere uitspraken. In theorie kan ik u dan ook prima volgen en zouden de dingen die u zegt bijna logisch kunnen lijken. Toch heb ik er nog wel wat tegen in te brengen.

Volgens mij gaat het mis in de basis. Uw hele redenatie gaat uit van het onafhankelijkheid en individualiteit. U blijft herhalen dat 1 op de 3 huwelijken strand en dat dat grote economische gevolgen heeft. Die cijfers kloppen helaas, maar de vraag is of dat niet hetgene is waar we wat aan moeten doen. Dus niet de individualiteit en onafhankelijkheid vergroten maar juist werken aan verbondenheid en (wederzijdse!) afhankelijkheid.

Toen ik trouwde, beloofde ik dat ik mijn man lief zou hebben en trouw zou zijn in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in gezondheid en ziekte tot de dood ons zal scheiden. Ik beloofde dat ik de verantwoordelijkheid voor hem zou aanvaarden en ook voor hen die ons zouden worden toevertrouwd. Ik geloof dat je daarmee een team wordt en dat het belang van dat team boven dat van de individu staat. En ik geloof dat als dat het uitgangspunt is van twee mensen die samen een huwelijk aangaan, je dan heel sterk staat. Veel sterker dan wanneer je je eigen individu en geluk voorop stelt. Waarin je alleen samen wilt zijn in de goede dagen in rijkdom en gezondheid. Als je je eigen ik voorop stelt, zal er snel wat te klagen zijn. Ik geloof in huwelijken. In afhankelijkheid van elkaar. In teamwork. In daarvoor gaan en daarin blijven geloven.

Dus ik doe een tegenvoorstel: Laten we investeren in stabiele gezinnen. Laten we gezonde relaties promoten en toewijding en trouw. Laten we waarde hechten aan de beloftes die zoveel mensen jaarlijks naar elkaar uitspreken. Ik geloof dat dat heel veel positieve gevolgen kan hebben voor dit land en alle individuen die er in wonen. Dat financiële afhankelijkheid een minder groot probleem zal worden. Maar ook dat het in jeugdzorgland een stuk rustiger zal worden, net als in de (geestelijke) gezondheidszorg. Ik geloof het echt!

Ik ben benieuwd waar u (nog) in gelooft!

Met vriendelijke groet,

EnJoyPes



N.B. Het is niet mijn bedoeling iemand te kwetsen. Ik weet dat er mensen zijn die hard voor hun huwelijk gevochten hebben. Die samen altijd voorop hebben gesteld maar het niet gered hebben. Net zoals dat er hele stabiele gezinnen zijn die toch te maken krijgen met jeugdzorg. Ik heb het niet over jullie!

maandag 10 juni 2013

Ode aan mijn oma

Vanavond ging ik naar mijn oma. Samen met mijn zusje. Eigenlijk kom ik er niet meer zo vaak maar nu was er een reden. Waarschijnlijk gaat ze bijna dood.

Oma lag in haar bed en ik wist niet goed of ze sliep of wakker was. Mijn zusje heeft haar drinken gegeven en ik haar bloemen in een vaas gezet. We hebben haar hand vastgehouden en over haar hoofd geaaid als ze pijn leek te hebben. We hebben haar gedag gezegd en huilden omdat het waarschijnlijk voor het laatst was.

Ik huilde ook om de dood, om de angst om mensen te verliezen, om de pijn waarmee het gepaard moet gaan. Ik huilde omdat het eng is dat na de generatie van mijn opa's en oma's mijn ouders aan de beurt zijn en om de mensen dichtbij die dat verlies al ervaren. Ik huilde omdat ik het wel genoeg vond zo. Omdat oma van mijn nu wel naar de hemel mag. Want weet je, dit is mijn oma niet.

Mijn oma is een klein enigszins mollig vrouwtje. Ze is nog geen 1,50 en heeft dan ook geen volwassen maat fiets. Mijn oma heeft een fantastisch groot huis met leuke hoekjes en kamers om in te spelen. Onder de trap staan de lego en de Donald Ducks uit mijn vaders tijd. In de vakantie logeren we bij mijn oma. rennen we door de tuin en verstoppen ons in de wildgroei aan bomen naast haar huis. We plukken bosjes bloemen naast de sloot en als we die aan haar geven, zet ze die in een vaasje op tafel. 's Avonds eten we aardappels en boontjes. Met een gehaktbal of draadjesvlees. En ik begin de dag voor we weer naar huis gaan al te huilen omdat ik haar dan al mis. Als ik jarig ben en mijn feestje geef, komt oma ook. Dan bakt ze pannenkoeken voor al mijn vriendjes en vriendinnetjes.

Die oma, die mis ik al een poos. En nu laten we ook het laatste stukje gaan. Dat wat we nog herkennen en ons doet denken aan hoe ze was.

Dag oma, de groeten aan opa. Je bent vast blij hem weer te zien want wat mist je hem al heel lang.




donderdag 6 juni 2013

Brief van Jet

Bijna vier weken geleden schreef ik een brief aan Minister Bussemaker. Vandaag kreeg ik een brief terug. Aangezien er veel mensen meegelezen en gereageerd hebben, wil ik jullie haar reactie niet onthouden. Ik reageer binnenkort En: ik ben ook nu benieuwd naar wat jullie vinden!

Betreft: Arbeidsparticipatie vrouwen

Geachte heer, mevrouw,

Hartelijk dank voor uw brief of e-mail, waarin u reageert op mijn uitspraken in de media over de arbeidsparticipatie van vrouwen. Aanleiding voor mijn uitspraken was de Hoofdlijnenbrief Emancipatie 2013-2016, die ik begin mei 2013 aan de Tweede Kamer heb gestuurd. In deze nota benadruk ik onder andere het belang van economische zelfstandigheid van vrouwen.

Het thema economische zelfstandigheid van vrouwen heeft een belangrijke discussie in gang gezet. De afgelopen dagen ontving ik meerdere positieve, maar ook kritische reacties op mijn uitspraken. Ik wil graag uitleggen waarom ik vrouwen aanmoedig om meer economische zelfstandigheid na te streven. Hierbij ga ik ook in op de meest gestelde vragen en opmerkingen. Ik doe dat in een algemene brief, omdat ik te veel reacties kreeg om ze allemaal apart te behandelen. Ik hoop dat u daar begrip voor hebt.

Een belangrijk zorgpunt voor mij is dat anno 2013 48% van de vrouwen in Nederland niet economisch zelfstandig is. Dit betreft alleenstaande vrouwen en vrouwen met een partner. Bijna een miljoen laagopgeleide vrouwen zijn financieel afhankelijk van het inkomen van hun partner. Gezien het feit dat ruim één op de drie huwelijken in Nederland strandt, maakt dit deze groep vrouwen extra
kwetsbaar. Het leidt helaas vaak tot persoonlijke financiële problemen en zelfs tot regelrechte armoede. Deze groep gehuwde, niet-werkende vrouwen lijkt zich niet altijd te realiseren dat, als het inkomen van hun man wegvalt, het gezin niets heeft om op terug te vallen.

Veel reacties gingen in op het feit dat vrouwen hun eigen keuzes willen maken. Zoals ik in mijn Emancipatienota ook aangeef hebben zij daar het volste recht toe. Persoonlijke situaties maken immers persoonlijke afwegingen noodzakelijk. Denk daarbij aan de keuze waarbij vrouwen in samenspraak met hun partner beslissen om tijdelijk minder te gaan werken om zo meer zorg aan de kinderen te kunnen besteden. Of wanneer de gezinssituatie vraagt om extra zorg. Mensen zijn vrij in
hun eigen keuze, maar ik maak me wel oprecht zorgen over de positie van veel vrouwen en over de maatschappelijke effecten van alle individuele keuzes. Een grote groep vrouwen is, vaak als gevolg van eerder gemaakte keuzes, afhankelijk van het inkomen van hun partner. Dat is een risico, zeker tijdens een economische crisis. Als het inkomen van de partner wegvalt, door ontslag, echtscheiding of arbeidsongeschiktheid, komen vrouwen zonder eigen inkomen vaak meteen in financiële problemen. Het is dus belangrijk dat vrouwen hun keuzes in samenspraak met hun partner maken en daarbij de consequenties van deze keuzes voor hun situatie op de langere termijn daarbij mee laten wegen. Denk daarbij aan carrièreperspectief of pensioenopbouw.

Sommige vrouwen geven aan de kinderopvang soms zo duur te vinden dat ze daarom niet gaan werken. Uit onderzoek blijkt echter dat de kosten voor kinderopvang lang niet voor alle vrouwen doorslaggevend zijn bij de keuze om wel of niet te gaan werken. Vrouwen vinden het net als mannen leuk en belangrijk om betaald werk te hebben vanwege de zelfontplooiing en de contacten met anderen. Hierin heeft het kabinet wel een verantwoordelijkheid, namelijk ten aanzien van de discriminatie van vrouwen op de werkvloer. Dit uit zich onder andere in lagere lonen en bij zwangerschap. Ik wil eerst bekijken wat de oorzaken hiervan zijn en wat er aan gedaan kan worden.

Ook het hoge werkloosheidspercentage van dit moment wordt vaak genoemd als reden waarom vrouwen niet werken. Het kan in deze tijd lastig zijn om een baan te vinden en ik heb daar vanzelfsprekend alle begrip voor. Maar ook dan is het van belang voorbereid te zijn zodra er weer werk is. Wat ik benadruk is dat vrouwen zich bewust moeten blijven van hun talenten en kwaliteiten, die zowel voor hun eigen ontwikkeling als voor de samenleving van grote waarde zijn. Denk aan diversiteit in bedrijven, instellingen en in de samenleving als geheel.

Het goed kunnen combineren en moderniseren van werk en zorg voor onze kinderen is van het grootste belang. Dat vraagt inzet van en goede afspraken tussen beide partners. Maar het vraagt ook iets van werkgevers. Zij moeten de ruimte geven om een goede verdeling tussen werk en zorgtaken mogelijk te maken. Zodat beide partners tijd en ruimte hebben om zich, naast hun zorgtaken, ook te kunnen richten op hun opleiding of baan en daarmee op hun eigen ontwikkeling. En het vraagt iets van de overheid om arbeid en zorg te faciliteren via onder ander de fiscaliteit, sociale zekerheid, kinderopvang en schooltijden. Minister Asscher stuurt nog voor de zomer een brief aan de Tweede Kamer, met voorstellen om het combineren van arbeid en zorg gemakkelijker te maken en
beter te verdelen tussen mannen en vrouwen.

Tot slot wil ik u bedanken voor het feit dat u uw mening met mij hebt willen delen. En ik hoop dat duidelijk is dat ik de keuze van vrouwen voor werk of gezin respecteer, maar dat ik het belangrijk vind dat zij zich bewust zijn van de mogelijke gevolgen van hun keuze. Ik hoop dat de maatschappelijke discussie hierover zich de komende tijd zal voortzetten.

Met vriendelijke groet,

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,


dr. Jet Bussemaker


Lees hier mijn reactie.

dinsdag 4 juni 2013

Het mooiste jongetje van de wereld

Vanmorgen werd hij wakker op het moment dat twee jaar geleden de verloskundige haastig binnen kwam lopen. Het frommelige donkerharige jongetje dat 20 minuten later voor het eerst zijn stem liet horen, is veranderd in een stoere blonde knul. Die overigens nog steeds graag zijn stem laat horen.

Vandaag werd hij twee. Ik tilde het grote peuterlijf uit bed en realiseerde me dat ik op deze feestdag ook afscheid moest gaan nemen. Ik heb nu echt geen baby meer. Dat is natuurlijk al een poosje zo maar dreumes klinkt nog een beetje klein. Het jongetje dat ik nu in mijn armen hield is niet klein, die is groot. Die fietst, bouwt zelfstandig duplotorens, hoeft niet altijd meer te slapen tussen de middag en praat in volzinnen.

En nu heb ik dus geen baby meer. De kans is ook klein dat ik er nog een krijg. Je hoort van mij nog geen definitief nee maar we hebben dromen die te maken hebben met het opvangen van andere kinderen. En daar moet ook wat ruimte voor overblijven.

Eigenlijk is het ook raar want ik heb zwanger zijn nooit echt gewaardeerd en het eerste levensjaar vond ik behoorlijk pittig. Maar dat vergeet je een beetje als het voorbij is he? Dan bestaan de herinneringen vooral uit de bubbel die kraamweek heet en veel klein en schattig. En dat is prima want uiteindelijk doen die mooie herinneringen je veel meer goed. Het is niet dat ik blij word van terugdenken aan doorwaakte nachten en gehuil dat niet stopte.

Dus ik tilde mijn peuterjongetje naar het grote bed en overlaadde hem met kusjes. Wat ben ik trots op de jongen die hij geworden is! Op hoe mooi hij is en hoe stoer. Op hoe wijs hij praat en hoe lief hij altijd wil dat iedereen mee gaat ('Papa ook mee? Mama ook mee? Zus ook mee? Ik ook!). Ik geniet van wie hij is, ben dankbaar voor de tijd die achter ons ligt en zie uit naar alles wat hij ons nog gaat brengen!

We vierden feest in alle hevigheid. Cadeautjes, kaarsjes, ballonnen, taartjes. De visite mocht thuisblijven en wij genoten van elkaar, olifanten, giraffen, beren en de speeltuin. Vooral de speeltuin.. En na een diner van pannenkoeken en een ijsje toe, ging mijn grote kleine jongen in bad en naar bed. Gewoon om zeven uur. Niet alles verandert als je peuter wordt.

En morgen? Morgen komt Babyboy, zodat ik het niet helemaal verleer.