woensdag 31 juli 2013

Vakantiewerk

- Met een eervolle vermelding voor de manlief! -
 

dinsdag 30 juli 2013

Partir c'est mourir un peu

Ik doe het goed op structuren. Op dezelfde dingen en dezelfde mensen op dezelfde plaats en dezelfde tijd. Vastigheid helpt me: hoef ik daar in elk geval niet over na te denken. Psychologen zullen vast zeggen dat ik hoop op deze manier veiligheid te vinden, ook prima. In de afgelopen jaren heb ik geleerd deze kennis te gebruiken en in te zetten. Om voor mezelf kaders te creeeren, juist als andere dingen minder gestructureerd verlopen. Maar ook om de behoefte te herkennen en dan los te laten, omdat ik mezelf en anderen er mee in de weg zit.

Deze maand staat bol van de veranderingen. Ik startte als gastouder en nam definitief afscheid op mijn werk om thuisblijfmoeder te worden. Weg structuren, weg veiligheid! Gisteren werd ook het laatste stukje afgesloten: de kinderen namen afscheid op het kinderdagverblijf.

Er wordt een hoop gezegd en geschreven over kinderdagverblijven. Wellicht soms terecht maar ik kan niet anders zeggen dat ik heel heel blij werd van 'ons' kinderdagverblijf. Hoewel ik het best een beetje spannend vond om mijn drie maanden oude baby daar achter te laten, is het me alles meegevallen. Van een twijfelaar werd ik een moeder die haar kinderen ook op haar eigen vrije dag naar de opvang bracht. Zielig? Nee hoor, ze vroegen erom!

Gisteren namen we dus afscheid. Afscheid van een vertrouwde plek, afscheid van vertrouwde vriendjes en vriendinnetje, afscheid van hele lieve juffies. De kinderen associëren afscheid vooral met leuk. Dan krijg je immers cadeaus en mag je trakteren op ijs.

En ik, ik moest wel even slikken. Maar ook dat komt wel weer goed. Ik doe daar gewoon wat lager over. Heb ik geaccepteerd inmiddels.

dinsdag 23 juli 2013

Dag oude leven!

Mijn postvak is leeg
Net als mijn mailbox
En mijn To Do list

Ik mijn sleutels ingeleverd
En de deur achter me dicht gedaan
Dag oude leven!


dinsdag 16 juli 2013

Schoolpleinmoeder

De waterpokken jeukbeukeltjes van mijn schatjes zijn bijna volledig verdwenen. Nog een korstje her en der en een sporadisch litteken in wording herinneren ons aan het leed dat geleden is. En ik moet zeggen dat het me al met al nog aardig is meegevallen. Ze waren er wat lamlendig van maar de ondragelijke jeuk is bijna helemaal uitgebleven. Misschien wel dankzij het aan ons geadviseerde havermoutbad waar we ze dagelijks in onderdompelden.

Groter dan het lichamelijk leed, was misschien nog wel het psychische leed. Die verrekte pokken gooide namelijk roet in de grote droom van Bijna Kleutermeisje. Ze mocht namelijk niet naar school! Die twee oefendagen waar ze al maanden naar uit keek, werden haar hardhandig door haar pokjes geboord. Ze moesten eens weten, die juffen. Tranen met tuiten natuurlijk, maar gelukkig was er hoop: als ze beter was, mocht ze alsnog komen.

Stiekem denk ik dat het soort van voorbestemd was, die waterpokken. Alsof iedereen wist dat ik er nog niet echt aan toe was en het grote moment daarom nog maar even uitgesteld werd. Iedereen, behalve ik. Tot vrijdagochtend 12 juli. Toen wist ik het ook: ik was er nog niet aan toe!

Ik was er nog niet aan toe om mijn kleine meisje een rugzak op haar rug te hijsen. Om met haar een vol schoolplein op te lopen met hele hele grote kinderen. Om haar achter te laten in een kring met kindjes waar ze zich zichtbaar nog niet helemaal op haar gemak voelde.
Ik was er nog niet aan toe om me na drie eindeloze uren tussen de andere schoolpleinmoeders te begeven, niet wetende waar ik precies moest gaan staan of wat ik moest doen. Ik tuurde en zocht alsof ik iemand na een wereldreis ophaalde van Schiphol. Mijn hart maakte een sprongetje toen ik haar zag en nog meer toen ze best wel blij bleek te kijken.

Het was goed gegaan, zei de juf, al was ze nog best wat stilletjes. Na de lunch sliepen we allebei als babies en toen ze langzaam wakker werd vertrouwde ze me toe: 'Ik vond het heel leuk op school hoor mama'.

Ik denk dat ze er wel aan toe is. En ik? Ach, het is eerst nog vakantie toch?


vrijdag 12 juli 2013

Druppelen

Vanmiddag reed ik met een auto vol tassen vieze was door mijn hometown. Ik leverde ze af bij fantastische vrijwilligers die van vieze wasjes schone wasjes maken en ze vervolgens weer terugbrengen. Het laatste wasje gooide ik in mijn eigen wasmachine. De vieze wasjes zijn van de bewoners van de voormalige Vluchtkerk. Een groep van ruim 150 mensen die zowel in ons land als hun eigen land niet meer welkom zijn. Mensen die, in welk land ze ook komen, te horen krijgen: jij bent illegaal.

Op politiek gebied is er ongetwijfeld van alles over te zeggen. Over waarom deze mensen hier wel of niet mogen blijven, over wie wat moet betalen, over verantwoordelijkheden. Ik weet het allemaal niet. Wat ik wel weet is dat deze mensen nu hier zijn. Dat je tegen niemand kan zeggen: 'jij bent illegaal'. En dat het los staat van een heleboel politieke discussies of ze wel of geen behoefte hebben aan eten en een schone onderbroek. Want dat heeft iedereen.

In de veertigdagentijd schreef ik al over mijn verlangen om op een rechtvaardige manier om te gaan met de wereld en de mensen om me heen. Deze week praate ik daar met een clubje mensen over door. We deelden onze ervaringen, onze oplossingen, mogelijkheden, verschillen en frustraties. Er zijn zoveel mogelijkheden. Zoveel plekken om te beginnen. En tegelijk maakt dat het ingewikkeld. Ik kan niet alles doen en weet juist door alle mogelijkheden niet zo goed waar ik moet beginnen. En soms lijkt het of mijn kleine acties verdwijnen in de grote brei van onrecht om me heen.

Voorlopig rij ik rond met wasjes en druppel daarmee vrolijk op de gloeiende plaat. Ik hoop mededruppelaars te vinden. En ik hoop dat het plasje dat we gaan vormen iets zichtbaar maakt van een betere wereld. Ik hoop dat druppelen voor iedereen vanzelfsprekend wordt. Ik hoop het echt.

maandag 1 juli 2013

Het belang van een goede melkopklopper

Vorige week nam ik afscheid op mijn werk. Formeel dan want in praktijk werk ik nog een week of vijf door. En formeel klopt eigenlijk ook niet want het was de meest informele setting waarin ik mijn collega's ooit tegenkwam.

We dronken een wijntje en deden ons tegoed aan barbecuevlees, stokbrood met zelfgemaakte kruidenboter en salade uit eigen tuin. We genoten van de gastvrijheid van mijn teamleider en haar gezin en van het gezelschap van elkaar als teamleden. De werkgerelateerde gesprekken raakten steeds meer op de achtergrond en het moment van vertrek werd steeds verder uitgesteld. Ik keek om me heen, genoot en vroeg me vertwijfeld af waarom ik ookal weer zo nodig weg wilde.

Want dat was waar het toch ook wel een beetje om draaide vanavond: afscheid nemen en vertrekken. En daar werd ruimschoots aandacht aan besteed. Ik kreeg een mooie speech, een ontroerend afscheidsboek (dat ik bewaarde voor 's avonds 's nachts in bed) en geweldige cadeaus. Waaronder twee melkopkloppers.

Twee ja. Een tikkie overdreven wellicht maar wel veelzeggend. Want wat heb ik tijdens mijn hectische baan genoten van kopjes koppen koffie met opgeklopte melk. Een kop koffie die zei: ik heb aan je gedacht en mijn best voor je gedaan. Een kop koffie die zei: Neem even tijd voor jezelf. Een kop koffie die zei: Zo, nu gaan we even op adem komen. Een kop koffie die zei: Nu is het tijd voor ontmoeting en gezelligheid.

Thuis had ik geen melkopklopper. Daar maakte ik me er vanaf met een snelle Senseo. Schande, vonden mijn collega's. En gelijk hadden ze! Maar nu is alles anders; nu bouw ik heerlijke cappuccino's en serveer ik prachtige latte's. Aan anderen èn aan mezelf.

Even tijd voor mezelf, even bijkomen. Even genieten. En stiekem even terugdenken aan al die andere goeie bakken koffie in die goeie ouwe tijd.

Mensen: bedankt! Kom eens langs, de koffie staat klaar!